Een principe dat in de huidige bouwwerken ver doorgevoerd is. Zodanig dat de relatie tussen deze twee ruimten vaak verstoord wordt en de scheiding steeds dwingender aanwezig is.
In het ontwerp is een binnenruimte aanwezig waarin de basis functies zijn ondergebracht zoals het koken, eten, leven, wassen en slapen. De omliggende natuur vormt de buitenruimte. Voor het versterken van de relatie tussen beide ruimten is een overgangsgebied gecreëerd waar de gebruikers beschut buiten kunnen leven en zij de natuur vanuit een beschermd kader kunnen waarnemen. Omgekeerd biedt het beschermde kader de mogelijkheid voor de natuur om nieuwsgierig dichter bij te komen. De gebruikers kunnen met de “schil” van de binnenruimte deze relatie afzwakken of versterken. In de gevels kunnen hiervoor meerdere panelen worden geopend, of dicht worden gehouden. In gesloten toestand is deze relatie veel kleiner maar zeker niet verwaarloosbaar door de gefreesde patronen die de panelen vorm geven.